Een extra dichting kan voorzien worden door butyldichtingen te gebruiken. Wanneer de helling kleiner is dan 7° moet een extra dichting voorzien worden bovenaan de profileringen.
Breng daarom tijdens de montage butylafdichting aan over de volledige lengte van de vrije zijoverlap die over de volle golf gaat van het volgende paneel.
Wanneer de dakplaten elkaar in de lengte overbruggen: ook een strook butylafdichting aanbrengen over de volledige breedte van het paneel. Het volgende ontschuimde dakpaneel wordt hier dan met de ontschuimde10 cm over geplaatst.
Het ontschuimen van een geïsoleerd dakplaat betekent het deels verwijderen van de laatste 20 of 30 centimeter isolatie van het isolerende paneel. Zo blijft de bovenste plaat over zodat het volgende paneel er kan onder passen of om het op de goot te plaatsen.
Tijdens het plaatsen wordt het ontschuimde stuk plaat steeds gemonteerd aan de onderzijde voor de afloop van water. Zo wordt een waterdichte overlapping gecreëerd tussen de twee panelen en kan de isolatie goed tegen elkaar aansluiten.
Wanneer een goot wordt voorzien dan wordt er ook ontschuiming voorzien om te voorkomen dat het water langs de isolatie sijpelt.
Omdat de bovenplaat zo ver doorloopt kan de goot ook hoog en dicht genoeg bij de plaat hangen waardoor er minder kans is dat bij hevige regen het water over de goot heen vliegt.
Plaats bij elke plaat op elke gording minstens 1 schroef om de 50 cm op de overlap tussen twee panelen.
Ook het eerste en laatste dakpaneel aan de zijkant van het dak telkens vastschroeven door op elke golf op elke gording een hout - of metaalvijs met bevestigingsbeugel.
Op de gording aan de nok en de goot dient er voor elk paneel door elke golf een houtvijs of metaalvijs met bevestiginsbeugel geplaatst te worden.