Dakpanelen moeten in een bepaalde volgorde gelegd worden. Namelijk tegenovergesteld aan de windrichting. Wil dus op voorhand nakijken welk soort paneel je nodig hebt, links of rechts.
Ook moet het onderste paneel op minstens 5 cm van de gording rusten.
De paneelverbindingen van de aangrenzende panelen strak tegen elkaar duwen om eventuele openingen te dichten.
Deze richtlijn is eerder van toepassing op de grotere dakbedekking.
Voor grote oppervlakte daken wordt gekeken naar de windrichting, de dakplaten dienen geplaatst te worden tegen de windrichting in.
Wanneer de wind van links komt leg je rechtse panelen omdat de rechts vrije gording over de laatste vrije gording komt van het laatst geplaatste paneel.
Wanneer de wind van rechts komt leg je linkse panelen omdat de linkse vrije gording over de laatste vrije gording komt van het laatst geplaatste paneel.
De richting van de montage wordt zo bepaald dat deze tegenovergesteld is aan de richting van de overheersende windrichting.
De dakplaten dienen gemonteerd te worden met hout - of metaalvijzen naargelang het dakgebinte. .
Voor de plaatsing wordt het ontschuimde stuk plaat steeds gemonteerd aan de onderzijde voor de afloop van water. Zo wordt een waterdichte overlap-ping tussen twee panelen gecreëerd en sluit de isolatie tegen elkaar aan.
De panelen worden meestal geplaatst onder een helling van meer dan 10°zodat opwaaiende regen niet onder de panelen terecht kan komen en dat het water vlug genoeg afvloeidt.